Vandaag ontmoette ik een achterkleindochter van Jantien Martens: Jantje Brouwer-Haddering.

Jantje is geboren in 1941 en heeft helaas geen herinneringen aan haar overgrootmoeder. Haar grootvader Klaas (de oudste zoon van Jantien) stierf in 1939 en hem heeft ze dus nooit gekend. Haar vader was Gerrit, een zoon van Klaas (1907-1989). Gerrit trouwde met Geesje Smegen uit Ees. Hij woonde het grootste deel van zijn leven aan de Dorpsstraat in Ees.

Jantje vertelde over haar vader en haalde twee multomappen met liedjes en gedichten tevoorschijn. Op 70-jarige leeftijd had Gerrit bedacht dat hij de liedjes die zijn zus vroeger zong en andere versjes en gedichten op wilde schrijven. Tot zijn eigen grote verbazing had hij de meeste teksten onthouden en ook de wijsjes zaten allemaal nog in zijn hoofd.

Over zijn grootmoeder, Jantien Martens, schrijft Gerrit geen woord. Toch ben ik weer iets wijzer geworden over Jantien Martens haar gezinsleven. Jantien deelde lange tijd de boerderij met Klaas en zijn vrouw en de drie kinderen. Als ik de multomappen van Gerrit Haddering bekijk, ontstaat er een beeld van een huishouden waarin veel gezongen werd en het een levendige boel was. Gerrit schrijft bladzijden vol met liedjes die hij leerde op de lagere school en die hij zong met zijn oudere zus. Gerrit zou een fantastische bron geweest zijn om meer te weten te komen over Jantien Martens, zijn ootien uit Buinen.