Een grote brand aan de overkant van de straat op 19 juli 1928 kan Jantien niet zijn ontgaan.
De brand ontstond in de boerderij die schuin tegenover de Hoofdstraat 51 stond en in het bezit was van J.R. Robaard. De aangrenzende schuur stond ook al snel in lichterlaaie. Het vuur sloeg over naar de boerderij van G. Copinga. Het hele dorp was uitgelopen. In de krant werd uitgelegd waarom het blussen van de brand onmogelijk was: “In de eerste plaats bezit Buinen geen brandspuit en ook al zou dit het geval zijn, dan zou deze wegens het ontbreken van water toch niets hebben kunnen uitrichten, en in de tweede plaats had de brand een zóó snel verloop, dat de met riet gedekte en met hooi en stroo gevulde huizen binnen een uur tijds totaal afgebrand waren.”
De percelen die zich uitstrekten van de Hoofdstraat tot de Molenstraat werden pas jaren later weer bebouwd, hier bevinden zich nu onder andere een dubbele woning en het pand waar de Rabobank gevestigd was (nu Hoofdstraat 54 tot en met 58).
Twee foto’s in de Provinciale Drentsche en Asser Courant laten de puinhopen zien na de brand.