Het spreekwoord ‘Rome is niet in één dag gebouwd’, geldt ook zeker voor Buinen. Vanaf de eerste bewoning in de late Middeleeuwen duurde het nog een aantal eeuwen voordat nieuwe buurten aan de oude dorpskern werden toegevoegd. Dit artikel gaat in op de bewoningsgeschiedenis van de Hornsedijk 7 tot en met 13.
Begin 1900 verkocht een erfgenaam van de familie Heeres uit Oudeschans haar bezittingen in Buinen. Al voor 1800 had deze familie uit Oost-Groningen land en huizen in Buinen, net als families uit Coevorden, Dalen, Borger, Drouwen, Gasselte en Bronneger. Deze eigenaren verhuurden hun bezit aan boeren in Buinen, zogenoemde meierboeren. In 1906 deed Gezina Heres een groot aantal percelen weiland, hooiland, bouwland, veen, heide en een oude boerderij midden in het dorp, in de verkoop. Een van de percelen bouwland werd verkocht aan Willem Alingh. Hij verkocht een deel weer door aan Geert Copinga. Hoe de zaken rond het stukje land zich daarna verder ontwikkelden is niet precies te achterhalen. Het resultaat was dat in de periode rond 1910 vier kleine boerderijen gebouwd konden worden aan de Hornsedijk. Aan de voorkant keken de bewoners van het nieuwe buurtje uit over de spoorlijn die sinds 1905 langs Buinen liep. Aan de achterkant lagen de akkers van de noordes.
Het huis van arbeider Jan Huizing (nu Hornsedijk 13) werd als eerste gebouwd en lag op de grootste kavel. Hij woonde hier met zijn vrouw Aaltien Sanders en kinderen Jan en Geesje. Ernaast lag een kavel waarop, waarschijnlijk timmerman Zondag, twee kleine boerderijen timmerde. De ene keuterij kwam in het bezit van postbode Harmannus Dekker (nu Hornsedijk 11). Toen Dekker in de jaren dertig vertrok uit Buinen, werd Hendrik Sanders de eigenaar. Schoenmaker Sanders herstelde niet alleen schoenen, ook paardentuigen (het ‘peerdezeel’) werden door hem gerepareerd.
Het andere boerderijtje werd eigendom van arbeider Jan Stadman (nu Hornsedijk 9, het huis met de gele luiken). Jan Stadman had zes jaar bij de koloniale troepen in Nederlands-Indië gediend. Zoon Jacob, ook wel Joppie genoemd, noemde zichzelf rijwielhersteller. Hij werkte bij fietsenwinkel Sanders in Borger. Zoon Hendrik liep of fietste in de jaren vijftig nog met een kar met ‘negotie’ door de dorpen. Hij verkocht garen, naalden, knopen en nog veel meer spulletjes vanuit zijn mobiele winkel. De huidige bewoners, Jan en Gerda Batelaan, kochten in 2008 het huis met de zonnige, gele luiken.
De vierde boerderij was in het bezit van arbeider Derk Wever (nu Hornsedijk 7). Hij woonde hier met zijn vrouw Jantien Schut en zes kinderen. Na de dood van hun ouders bleven twee vrijgezelle zonen en een ongetrouwde dochter in het huis wonen. De vier keuterijen zijn ondertussen grondig verbouwd en meerdere keren van eigenaar gewisseld, de spoorlijn is verdwenen en op de noordes achter de Hornsedijk zijn huizen gebouwd.